Vrienden kies je uit, familie heb je voor de rest van je leven. Dat is een merkwaardig fenomeen. Een vriend kan inderdaad je diepste gevoelens delen, maar mocht het een keer komen tot een knallende, onoplosbare ruzie, dan kan je een vriend van je af duwen. Als je wilt kan je hem zelfs voor eeuwig ontlopen.
Met familie is dat anders. Ook al verschil je lichtjaren met een broer of zus: de bloedband zorgt ervoor dat je elkaar blijft zien, zelfs als je niet wilt. Er is altijd wel een bruiloft, geboorte, huwelijk, overlijden waarop je elkaar toch weer onder ogen moet komen. Het gaat verder, want er is letterlijk een bloedband. Families hebben dezelfde genen. Ze erven die van de voorvaderen. Dat kunnen mooie eigenschappen zijn, zoals talent. Maar ook eigenschappen die knellen.

Dezelfde fout
Bekend zijn de verhalen van kinderen die misbruikt zijn door hun vader en later dezelfde fout maken bij hun eigen kinderen. Een zoon spiegelt zich aan een vader. Zoekt erkenning. Wordt die niet gevonden (of erger: ontkend) dan zorgt dit dikwijls voor psychische beschadiging. Niet zelden hebben kinderen uit hetzelfde gezin het idee dat een broer of zus bevoordeeld werd door de ouders. Dat gevoel, al dan niet terecht, blijft meestal altijd bestaan.

Doodsbang voor water
Ingrijpende gebeurtenissen kunnen generaties lang doorwerken. Ik hoorde ooit een verhaal van een meisje dat doodsbang was voor water. Zomers, bij het zwemmen in het meer, maar ook ’s winters als er op het ijs geschaatst werd. Deze angst kwam bij meer familieleden voor, waaronder haar moeder. Op een dag dook een familielid in de stamboom en deed onderzoek het verleden: waar de familie had geleefd, waar de oorsprong lag. In de zoektocht stuitte ze op een betovergrootmoeder die om het leven kwam nadat ze door het ijs was gezakt en verdronk. Onder het oog van haar kinderen. Het bleek dat in alle generaties daarna de angst voor water zich liet gelden.

Familieopstellingen
Therapeuten, psychologen baseren zich ook graag op familiebanden. De cliënt wordt in de context van de familieleden geplaatst.
Populair en confronterend zijn ook de familieopstellingen. Een cliënt wordt in een groep met wildvreemden geplaatst. Iedere vreemde neemt een rol aan van een familielid en op een bepaalde plek ten opzichte van de cliënt neergezet. De cliënt kan vragen stellen die hem dwars zitten, of andere zaken in de groep gooien. Op die manier komen (onzichtbare) patronen aan de oppervlakte tussen cliënt en familie.

Oefening 18 – Familieoefening met brief
Speelt er iets in de familie? Is het van vroeger? Deze oefening kan je helpen. Het is daarbij belangrijk om terug te gaan naar de leeftijd waarop het probleem zich openbaarde. Zoek gericht. Dat kan overigens iets heel kleins zijn. Bijvoorbeeld dat je broer een snoepje van je moeder kreeg en dat jij werd overgeslagen. Of omdat er iets tegen je gezegd werd wat snoeihard binnenkwam, al was het niet eens zo bedoeld.
Stel voor dat je pijn of verdriet teruggaat naar je jeugd. Schrijf dan vanuit dat kind een brief naar de volwassen jij. Schrijf de brief in tegenwoordige tijd. Alsof je weer het kind bent en het zojuist is gebeurd. Laat het kind vertellen waarom het boos is, of verdrietig. Wat het mist op dat moment, wat het heeft meegemaakt, wat het nodig heeft, waar het naar verlangt. Leg de brief weg en kijk er een week lang niet meer naar.
Lees de brief na een week terug en schrijf dan opnieuw een brief. Maar nu vanuit de volwassene naar het kind. Leg het kind uit hoe jij als volwassene het kind kan steunen of hulp bieden. Bijvoorbeeld: ‘ik begrijp dat je boos/verdrietig bent. Ik ben blij dat je me het hebt geschreven. Ik wil je graag helpen want ik hou van je. Je hoeft je niet schuldig te voelen, want ook de andere partij reageerde niet goed. Ik help jou om er op een andere manier tegenaan te leren kijken.’
Je zult zien dat dit nieuwe inzichten biedt. Blijft de oplossing wat vaag – dan is er nog een goede tip, die misschien gek klinkt: schrijf de brief opnieuw, maar nu met je ‘verkeerde’ hand. Ben je rechts, schrijf dan dus met je linkerhand. Dat activeert een ander deel van je hersenhelft en, niet onbelangrijk, je onderbewustzijn. Daar liggen de weggedrukte ervaringen en herinneringen die je wellicht vergeten bent.

Oefening 19 – Familieoefening met spiegel
Ligt de confrontatie met een familielid minder ver in het verleden dan kun je een foto van diegene pakken en bijvoorbeeld in een hoekje van de spiegel klemmen. Spreek dan tegen die foto uit wat je dwars zit. Je zult je misschien in eerste instantie wat ongemakkelijk voelen (je ziet jezelf tenslotte ook in de spiegel) maar overwin jezelf. Wees eerlijk, oprecht. Lieg niet. Kijk je familielid aan en kijk naar jezelf. Ook al wordt je boos, ga je huilen of schreeuwen: zet door.
Herhaal dit een paar dagen achter elkaar. Je zult merken dat de emoties afvlakken. De ervaring leert dat de emoties uiteindelijk ‘een plekje’ krijgen en nog verder zullen afzwakken. En… omdat het familie is ben je wellicht op enig moment in staat de telefoon te pakken en het familielid uit te nodigen voor een gesprek.

Tip 13
Te confronterend? Dan kan je ook overwegen eerst je grieven in een brief te schrijven. Doe dat met een tekstverwerker zodat je makkelijk woorden kunt schrappen of vervangen. Loop de brief elke dag even door. Wijzig de woorden die je wilt herschrijven, nuanceren of juist aanzetten. Is de tijd rijp dan verstuur je de brief.